Elke seconde telt...
Vermijd brand aan het fornuis

Vermijd brand aan het fornuis

De keuken doet je meestal denken aan lekker eten en gezellig tafelen, maar heb je al eens stilgestaan bij de gevaren?

Hier kom je te weten welke risico’s er kunnen voorkomen in je keuken en hoe je bepaalde gevaren kan vermijden. 

Het kooktoestel

  • Blijf bij je potten en pannen als je kookt. 
  • Onbewaakte potten en pannen kunnen oververhitten en uiteindelijk beginnen branden.
  • Vergeet het kooktoestel niet uit te zetten als je de keuken verlaat.
  • Vermijd ook loshangende kleren , vooral bij een gasvuur. 
  • Gebruik de kookplaat niet als verwarmingstoestel!
  • Laat de gasaansluiting regelmatig nakijken

Tip: Gebruik een kookwekker om niet te vergeten dat er potten of pannen op het kookvuur staan.

Slaat de vlam in je pan? 

  1. Zet de verwarmingsbron af (elektrisch of gas)
  2. Gebruik een deksel of een blusdeken om het vuur te doven als je weet hoe je deze moet gebruiken. 
  3. Vlucht anders met je medebewoners naar buiten.
  4. Bel 112 om dringende hulp te vragen van de brandweer. 

De microgolfoven

  • Niet alle voorwerpen mogen in je microgolfoven.
  • Lees aandachtig de gebruiksaanwijzing van het toestel.

Vat het toestel vuur? Schakel de stroomvoorziening uit en bel meteen naar 112 om de brandweer te verwittigen.

Frietketel

  • Ververs regelmatig het frituurvet of de frituurolie (na ongeveer 10 keer te gebruiken).
  • Laat het toestel nooit onbewaakt achter terwijl het aanstaat.

Tip: Gebruik een frietketel en geen kookpot met olie.

Staat de frietketel in brand?

  • Giet NOOIT water over een brandende frietketel! 
  • Verplaats het toestel niet! 
  • Zet de verwarmingsbron af (elektrisch of gas)
  • Gebruik steeds het deksel of een blusdeken (als je weet hoe je deze moet gebruiken). Schakel de stroomvoorziening uit. Verwittig de brandweer (112) voor een controle. Haal het deksel of het blusdeken er zelf niet af.
  • Vlucht anders met je medebewoners naar buiten.
  • Bel 112 om dringende hulp te vragen van de brandweer.

De broodrooster

  • Reinig het toestel regelmatig.

Vat het toestel vuur?

  • Gebruik een blusdeken. 
  • Schakel de stroomvoorziening uit. 
  • Bel naar 112 om de brandweer te verwittigen voor een controle.

De dampkap

  • Reinig of vernieuw de vetfilter minstens 4 keer per jaar.
  • Gebruik bij voorkeur een metalen filter (makkelijk afwasbaar in de vaatwas).
  • Flambeer nooit onder een werkende dampkap.
  • Schakel de dampkap uit indien een pot of de friteuse vuur vat.

Brand?

Zet het toestel uit en bel naar 112 om hulp van de brandweer te vragen.

De keukengeiser op gas

  • Pas op voor CO-vergiftiging, indien je geiser op gas werkt. Voorzie voldoende ventilatie in de ruimte waar de keukengeiser geïnstalleerd is.
  • Laat je toestel jaarlijks controleren en reinigen door een erkend vakman.

Iemand heeft een CO-vergiftiging? 

  • Open ramen en deuren. 
  • Schakel het toestel uit.
  • Haal de persoon uit de kamer.
  • Bel 112 voor dringende geneeskundige hulp.

Gasflessen

  • Laat de gasaansluiting regelmatig nakijken.
  • Je kan je leiding testen door zeepsop aan de verbindingen te smeren.
  • Houd ontvlambare materialen uit de buurt.

Er komt gas vrij?

  • Draai indien mogelijk de gaskraan dicht. 
  • Verlucht de ruimte. 
  • Evacueer de bewoners.
  • Bel 112 om de brandweer te verwittigen. 

Stopcontacten en verdeelstekkers

  • Sluit elektrische toestellen aan op een geaard stopcontact tenzij ze een dubbele isolatie hebben.
  • Beperk het aantal toestellen dat je aansluit op een verlengsnoer of verdeelstekker (overschrijd het maximaal vermogen niet).

Brand?

Bel 112 om hulp van de brandweer te vragen. 

Kookboeken, handdoeken, keukenpapier, kaarsjes, gordijnen, …

  • Houd brandbare materialen uit de buurt van warmtebronnen (zoals de kookplaat van het kooktoestel). Hou ook de kleren die je draagt op afstand. 
  • Doof kaarsen steeds als je de ruimte verlaat.

Breekt er brand uit? 

Gebruik een blusdeken of water indien er geen gevaar is voor elektrocutie of kortsluiting.

De vuilnisbak

Ga na of lucifers en sigaretten volledig gedoofd zijn, vooraleer je ze in de vuilnisbak werpt.

Brand?

Gebruik een blusdeken of water.

Lucifers of aanstekers

  • Houd lucifers en aanstekers buiten het bereik van kinderen.
  • Ga na of lucifers volledig gedoofd zijn voordat je ze weggooit.

Ontvlambare producten

  • Houd ontvlambare producten buiten het bereik van kinderen.
  • Laat deze producten niet in de keuken maar berg ze op in een afgesloten kast.
  • Houd ontvlambare producten uit de buurt van elke warmtebron.
  • Sla het nummer van het antigifcentrum (070/245 245) op in je gsm of leg het naast de telefoon.

Brand?

Gebruik een blusdeken en verwittig de brandweer (112) voor een controle.

Festtafeln

  • Leg brandbare voorwerpen niet in de buurt van een open vlam, verwarmingstoestel of open haard. (bv. bloemstukjes, servetten, tafelpapier,...)
  • Schakel kooktoestellen zoals een fondue- of gourmettoestel, een schotelverwarmer,... uit als je de ruimte verlaat.
  • Laat brandende kaarsen niet onbewaakt achter.

Tip: Kaarsen met een  LED-lampje  zijn een veilig alternatief.

Brand?

Gebruik een blusdeken en verwittig de brandweer (112) voor een controle.

Blusdeken

Blus alleen zelf een brand als je weet hoe dat te doen 

Denk altijd eerst aan je eigen veiligheid. Probeer een beginnende brand dus enkel zelf te blussen als je weet hoe dat moet. 

Tip: Als je niet weet hoe een blusdeken of blustoestel te gebruiken, dan kan je beter meteen vluchten en 112 bellen. 

Wil je toch zelf proberen te blussen?

Een brandende pan of frietketel kan je doven met een blusdeken.

Plaats het blusdeken steeds binnen handbereik en bij voorkeur in de keuken. Leg het op een gemakkelijk bereikbare plaats of bevestig het aan de muur.

Het is belangrijk dat je leert omgaan met een blusdeken. Oefen onderstaande handelingen zodat je weet wat je moet doen op het moment dat je het blusdeken nodig hebt.

  • Neem het blusdeken.
  • Omwikkel je handen met het blusdeken.
  • Dek het brandend oppervlak zachtjes af met het blusdeken (zonder bruuske bewegingen te maken).
  • Zorg dat de toevoer van zuurstof volledig afgesloten is.
  • Schakel de stroomvoorziening van het toestel uit of trek de stekker uit.

Brandblusapparaat

Met een brandblusapparaat kan je een beginnende brand blussen. Lees aandachtig de gebruiksaanwijzing van het toestel.

Evacueren

Ondanks alle voorzorgen die je hebt genomen, gebeurt het onwaarschijnlijke toch…
Rook verspreidt zich heel snel via openstaande deuren, beperkt de zichtbaarheid en … dood.

Het is daarom belangrijk op voorhand na te denken over een vluchtplan en dit samen met alle bewoners in te oefenen.

Wat moet je doen

  • Bemerk je een beginnende brand: verlaat de ruimte en sluit de deur.
  • Sla alarm in je huis: waarschuw direct alle bewoners.
  • Verwittig de brandweer, bel 112.
  • Nadat je alarm hebt geslagen, kun je als je blustechnieken beheerst, proberen te blussen.
  • Verlaat je woning op een veilige manier en sluit hierbij deuren en ramen. Zo voorkom je dat rook zich verspreidt.
  • Neem een sleutel mee.
  • Wacht de hulpdiensten op.
  • Volg het evacuatieplan, als er één voor handen is. Begeef je via de kortste weg naar buiten en verzamel alle gezinsleden op één veilige plaats, op voldoende afstand van de woning.
  • Gebruik geen lift.
  • Loop niet en keer niet terug op je stappen.
  • Ga niet binnen in een lokaal dat gevuld is met rook.
  • Is de zichtbaarheid beperkt: Houd in de mate van het mogelijke contact met de muur (bijvoorbeeld met de hand of voet).
  • Houdt een vochtige doek voor je mond: de rook of de verbrandingsgassen kunnen je namelijk doen stikken.
  • Blijf zo dicht mogelijk bij de vloer: daar is er meer zuurstof.
  • Controleer altijd de warmte achter een gesloten deur alvorens die te openen

Als de gangen en trappen vol rook hangen.

  • Probeer bij een venster aan de straatkant te geraken en probeer de brandweer (112) te (her)contacteren zodat je je positie kunt aangeven.
  • Als het vertrek met rook gevuld is en vluchten naar een veilige plaats niet mogelijk is, blijf dan zo dicht mogelijk bij de grond, daar is er meer zuurstof.
  • Signaleer je aanwezigheid.

Evacuatieplan:

  • Maak een rondgang in je woning, je gebouw.
  • Ga in elk vertrek na hoe je, in geval van nood, naar buiten kunt vluchten. Denk na hoe en langs waar je de woonkamer, de keuken, de kamers op de verdieping, … kunt verlaten indien de normale weg geblokkeerd is (door vuur, rook, …).
  • Voorzie een veilige verzamelplaats op voldoende afstand van je woning.
  • Sensibiliseer de andere bewoners: Leg het evacuatieplan uit aan je familieleden en oefen dit samen in.
  • Houd er bij het opstellen van je evacuatieplan rekening mee dat tijdens een brand de elektriciteit kan uitvallen en het mogelijk is dat de verlichting niet meer werkt.

Brandwonden

Eerst water, de rest komt later!

Zowel bij eerste-, tweede- als derdegraads brandwonden is het belangrijk dat je zo snel mogelijk de wonde gaat afkoelen. Dit doe je ongeveer 20 minuten  onder lauw stromend water van ongeveer 20 °C. Om te vermijden dat het slachtoffer onderkoelt, wordt enkel de wonde gekoeld. 

Contacteer een arts als de brandwonde groter is dan een muntstuk van 2 euro en de hulpdiensten  als er grote of ernstige blaren aanwezig zijn of als de huid bruin of zwart gekleurd is . 

Smeer niets op de brandwonde.

Enkel bij eerstegraads brandwonden, waarbij de huid roodgekleurd is, kan je na het koelen een wondverzorgende  zalf  aanbrengen op de wonde en afdekken met een steriel gaasje.

Tip: Je kunt thermostatische kranen laten plaatsen. Zo kan je je niet verbranden aan te heet water.

Meer informatie vind je terug op de website van de verschillende brandwondencentra.

www.oscare.bewww.brandwonden.bewww.vzw-pinocchio-asbl.be